Voor sommigen is het ultiem genieten en voor anderen is het afzien; douchen in een toiletgebouw, in de rij voor de wc, gebrek aan privacy… Hoe komt het dat we zo graag kamperen? Het schijnt dat dit te maken heeft met ons oergevoel.

In een ver verleden trokken onze voorouders ook rond. De nomaden, waar wij onder andere van afstammen, gingen telkens op zoek gingen naar een betere plek om zich te vestigen. Maar we hebben ook een geschiedenis van mensen die zich, zodra het mogelijk was, juist gingen vestigingen op een vaste plek. Een combinatie dus, tussen rondtrekken en ons juist willen settelen.

Maar wat zorgt er dan vooral voor dat wij zo graag ons vertrouwde, comfortabele huis verlaten om een paar weken rond te trekken of even af te zien van alle luxe en privacy?

Het is vooral de natuur. De natuur zorgt ervoor dat ons immuunsysteem een boost krijgt en we minder stress ervaren. Het geeft ons een ‘gezond’ en ‘vrij’ gevoel. En het is daadwerkelijk goed voor ons om in de frisse buitenlucht te zijn.

Maar niet alleen al het groen is waar we het voor doen. Ook het praatje met je nieuwe buurman, het opdoen van nieuwe contacten, vinden we interessant. Onze sociale vaardigheden uitbreiden dus.

Het vaker buiten zijn als we kamperen, doet iets met ons bioritme. We krijgen meer vitamine D binnen via het zonlicht en er spelen zich meer hormonale processen af die ervoor zorgen dat je beter slaapt. Misschien merk je het niet, vanwege alle geluiden op de camping die er alsnog voor zorgen dat je vroeg wakker bent, maar je slaapritme is beter als je meer buiten bent overdag.

Komt ons plezier in barbecueën ook voort uit onze oerbehoefte?

Het antwoord is; waarschijnlijk wel. De mens heeft het vuur uitgevonden om vlees mee te roosteren. De geur van het gaar wordende vlees zou sterk refereren naar onze oergevoelens. Het brengt ons terug naar de tijd van de jagers en verzamelaars.

Toch interessant, vonden wij! Al wisten we natuurlijk al dat kamperen het ultieme gevoel van vrijheid geeft.